Woordenlijst


Aanbevolen niveau

Beveiligingsniveau op basis van programma-instellingen die worden aanbevolen door Kaspersky Lab-deskundigen om optimale bescherming van uw computer te bieden. Dit niveau is standaard ingesteld.


Actieve licentie

De licentie die momenteel wordt gebruikt voor de werking van een Kaspersky Lab-programma. De licentie definieert de verloopdatum voor volledige functionaliteit en het licentiebeleid voor het programma. Het programma heeft maximaal een actieve licentie.


Administration Server-certificaat

Certificaat dat Administration Server-verificatie toestaat bij verbinding met de Administration-console en het uitwisselen van gegevens tussen de computers van gebruikers. Het Administration Server-certificaat wordt gemaakt tijdens installatie van de Administration Server, en wordt opgeslagen in de Cert-submap van de programma-installatiemap.


Alternatieve NTFS-stromen

NTFS-gegevensstromen (alternatieve gegevensstromen) die zijn ontworpen om extra kenmerken of bestandsgegevens te bevatten.

Elk bestand in een NTFS-bestandssysteem is een reeks stromen. Een van de bestanden bevat de bestandsinhoud die de gebruiker kan bekijken nadat hij of zij het bestand heeft geopend. Andere stromen (ook wel alternatieve stromen genaamd) zijn ontworpen om metagegevens te bevatten en verzekeren bijvoorbeeld NTFS-compatibiliteit met andere systemen, zoals een ouder bestandssysteem van Macintosh (HFS of Hierarchical File System). U kunt stromen maken, verwijderen, apart opslaan, een nieuwe naam geven en zelfs als proces uitvoeren.

Inbrekers kunnen alternatieve stromen gebruiken om gegevens heimelijk over te brengen of van een computer te stelen.


Archief

Bestand “met” één of meer objecten die ook archieven kunnen zijn.


Bedreigingsbeoordeling

Mate waarin een programma gevaarlijk is voor het besturingssysteem. De beoordeling wordt berekend via de heuristische analyse op basis van twee soorten criteria:

  • statisch (zoals informatie over het uitvoerbare bestand van het programma: grootte, aanmaakdatum, enz.);
  • dynamisch. Deze criteria worden gebruikt tijdens het simuleren van de programmawerking in een virtuele omgeving (door programma-aanroepen van systeemfuncties te analyseren).

Dankzij de bedreigingsbeoordeling kunt u gedrag detecteren dat kenmerkend is voor malware. Hoe lager de bedreigingsbeoordeling, des te meer acties het programma mag uitvoeren in het systeem.


Beschermingsniveau

Het beschermingsniveau wordt gedefinieerd als een vooraf ingestelde componentconfiguratie.


Beschermingsstatus

De huidige beschermingsstatus, met een overzicht van het beveiligingsniveau van de computer.


Beschikbare updates

Een reeks updates voor Kaspersky Lab-programmamodules, inclusief cruciale updates die over een bepaalde periode zijn verzameld, en wijzigingen in de programma-architectuur.


Bestandsmasker

Weergave van een bestandsnaam en -extensie met behulp van jokertekens. De twee jokertekens die standaard worden gebruikt in bestandsmaskers zijn * en ?, waarbij * voor een willekeurig aantal tekens staat en ? voor elk willekeurig teken. Met behulp van deze jokers kunt u elk bestand aanduiden. De bestandsnaam wordt altijd van de extensie gescheiden door een punt.


Bewaakt object

Een bestand dat via het HTTP-, FTP- of SMTP-protocol door de firewall is overgedragen en naar een Kaspersky Lab-programma is verzonden om te worden gescand.


DNS (Domain Name Service)

Gedistribueerd systeem voor het converteren van de naam van een host (een computer of ander netwerkapparaat) naar een IP-adres. DNS werkt in TCP-/IP-netwerken. Bovendien kan DNS omgekeerde verzoeken opslaan en verwerken door de naam van een host te bepalen aan de hand van het IP-adres (PTR-record). Omzetting van DNS-namen wordt meestal uitgevoerd door netwerkprogramma’s, niet door gebruikers.


Database met phishing-webadressen

Lijst met webadressen die als phishing-adressen worden gedefinieerd door Kaspersky Lab-deskundigen. De database wordt periodiek bijgewerkt en maakt deel uit van het Kaspersky Lab-programma.


Database met verdachte webadressen

Lijst met webadressen waarvan de inhoud mogelijk gevaarlijk is. Deze lijst is gemaakt door de deskundigen van Kaspersky Lab. Ze wordt regelmatig bijgewerkt en wordt meegeleverd bij het Kaspersky Lab-programmapakket.


Database-update

Een van de functies die een Kaspersky Lab-programma uitvoert, zodat de beveiliging up-to-date blijft. Hierbij worden de databases gedownload van de Kaspersky Lab-updateservers naar de computer en automatisch met het programma verbonden.


Databases

De databases worden door Kaspersky Lab-deskundigen gemaakt en bevatten gedetailleerde beschrijvingen van alle bestaande bedreigingen voor de computerbeveiliging en methoden voor de detectie en desinfectie hiervan. Deze databases worden constant bijgewerkt door Kaspersky Lab wanneer nieuwe bedreigingen de kop opsteken.


Drempel voor virusactiviteiten

Het maximaal toegestane niveau van een specifiek type gebeurtenis over een beperkte periode. Als dit niveau wordt overschreden, wordt de virusactiviteit als overmatig beschouwd en dreigt er een virusuitbraak. Dit is een belangrijke functie tijdens virusuitbraken, die een beheerder in staat stelt om tijdig op virusuitbraken te reageren die de kop opsteken.


Dringende updates

Cruciale updates voor Kaspersky Lab-programmamodules.


Dual-homed gateway

Computer die is uitgerust met twee netwerkadapters die met verschillende netwerken zijn verbonden en gegevens tussen netwerken overdragen.


E-maildatabases

Databases met e-mails in een speciale indeling, die op uw computer worden opgeslagen. Alle inkomende/uitgaande e-mail wordt na ontvangst/verzending in de e-maildatabase geplaatst. Deze databases worden tijdens een volledige computerscan gescand.

Inkomende en uitgaande e-mails worden tijdens het verzenden en ontvangen in real time op virussen geanalyseerd, mits realtime beveiliging is ingeschakeld.


Een bericht verwijderen

Methode voor het verwerken van een e-mailbericht. Het bericht wordt daadwerkelijk verwijderd. Het is raadzaam deze methode toe te passen op berichten die zeker spam of malware bevatten. Voordat een bericht wordt verwijderd, wordt er een kopie van opgeslagen in de back-up (tenzij deze optie is uitgeschakeld).


Ernstniveau van gebeurtenissen

Beschrijving van de gebeurtenis die tijdens uitvoering van het Kaspersky Lab-programma wordt geregistreerd. Er zijn vier ernstniveaus:

  • Kritieke gebeurtenis.
  • Functionele fout.
  • Waarschuwing.
  • Informatief bericht.

Gebeurtenissen
van hetzelfde type kunnen verschillende ernstniveaus hebben, afhankelijk van de situatie waarin de gebeurtenis zich heeft voorgedaan.


Extra licentie

Een licentie die is toegevoegd voor de werking van het Kaspersky Lab-programma, maar niet geactiveerd is. De extra licentie wordt van kracht wanneer de actieve licentie verloopt.


Gecomprimeerd bestand

Een archiefbestand met instructies en een decompressieprogramma die door het besturingssysteem moeten worden uitgevoerd.


Geldigheidsduur van licentie

De periode waarin u alle functies van het Kaspersky Lab-programma kunt gebruiken. De licentie is meestal een kalenderjaar vanaf de installatiedatum geldig. Wanneer de licentie verloopt, heeft het programma beperkte functionaliteit. U kunt de programmadatabases niet bijwerken.


Gevaarlijk object

Object met een virus. Het is raadzaam deze objecten niet op te roepen aangezien uw computer geïnfecteerd kan raken. Wanneer een geïnfecteerd object wordt gedetecteerd, kunt u dit het beste desinfecteren met een van de Kaspersky Lab-programma’s of verwijderen als desinfectie onmogelijk is.


Geïnfecteerd object

Object met kwaadaardige code. Dit wordt gedetecteerd wanneer een deel van de code van het object geheel overeenkomt met een deel van de code van een bekende bedreiging. Kaspersky Lab raadt u aan dergelijke objecten niet te gebruiken, aangezien deze uw computer kunnen infecteren.


Hardwarepoort

Socket op een hardwarecomponent van een computer waarop een kabel of stekker kan worden aangesloten (LPT-poort, seriële poort, USB-poort).


Header

De informatie aan het begin van een bestand of bericht. Deze informatie bestaat uit lowlevel-gegevens over de status en verwerking van het bestand (of bericht). Zo bevat de header van e-mailberichten informatie over de afzender en ontvanger, en de datum.


Herstel

Een oorspronkelijk object verplaatsen vanuit Quarantaine of Back-up naar de map waar het oorspronkelijk uit afkomstig was voordat het in Quarantaine werd geplaatst, werd gedesinfecteerd of verwijderd. Het object kan ook naar een andere map worden verplaatst die de gebruiker opgeeft.


Het object blokkeren

Toegang tot een object door externe programma’s blokkeren. Een geblokkeerd object kan niet gelezen, uitgevoerd, bewerkt of verwijderd worden.


Het programma activeren

Het programma overschakelen naar de modus met volledige functionaliteit. De gebruiker heeft een licentie nodig om het programma te activeren.


Heuristische analyse

Technologie ontworpen voor de detectie van dreigingen die niet kunnen worden geïdentificeerd met de databases van het Kaspersky Lab-programma. Hiermee kunnen objecten worden gedetecteerd die vermoedelijk geïnfecteerd zijn met een onbekend virus of met een nieuwe variant op een bekend virus.

Met heuristische analyse wordt tot 92% van alle bedreigingen gedetecteerd. Dit mechanisme is vrij effectief en leidt zelden tot valse positieven.

Bestanden die door middel van heuristische analyse worden gedetecteerd, worden als verdacht beschouwd.


Hook

Subcomponent van het programma dat verantwoordelijk is voor het scannen van specifieke e-mailtypen. De reeks specifieke interceptors van uw installatie is afhankelijk van de rol of combinatie van rollen waarvoor het programma wordt geïmplementeerd.


iChecker Technologie

iChecker is een technologie die de snelheid van anti-virusscans verhoogt door objecten uit te sluiten die sinds de laatste scan niet veranderd zijn, op voorwaarde dat de scanparameters (de antivirusdatabase en -instellingen) niet gewijzigd zijn. De informatie over elk bestand is opgeslagen in een speciale database. Deze technologie wordt gebruikt in de modus voor realtime beveiliging evenals de modus voor scannen op verzoek.

U hebt bijvoorbeeld een archief dat gescand is door een Kaspersky Lab-programma en waaraan de status niet geïnfecteerd is toegewezen. De volgende keer wordt dit archief overgeslagen, tenzij het is gewijzigd of de scaninstellingen zijn aangepast. Als u de archiefinhoud hebt veranderd door er een nieuw object aan toe te voegen, of als u de scaninstellingen hebt gewijzigd of de antivirusdatabase hebt bijgewerkt, wordt het archief opnieuw gescand.

Beperkingen van iChecker-technologie:

  • deze technologie werkt niet met grote bestanden, aangezien het sneller is om een bestand te scannen dan om te controleren of het bewerkt is sinds de laatste scan.
  • de technologie ondersteunt een beperkt aantal indelingen (.exe, .dll, .lnk, .ttf, .inf, .sys, .com, .chm, .zip, .rar).


I/O-poort

Fungeert in processors (zoals Intel) voor het uitwisselen van gegevens met hardwarecomponenten. Een I/O-poort is gekoppeld aan een bepaalde hardwarecomponent en stelt programma’s in staat gegevens uit te wisselen.


Incompatibel programma

Een antivirusprogramma van een andere leverancier of een Kaspersky Lab-programma dat geen beheer via Kaspersky Internet Security ondersteunt.


Infecteerbaar object

Een object dat, dankzij de structuur of de indeling, door indringers gebruikt kan worden als ‘omhulsel’ om een kwaadaardig object in op te slaan en van daaruit te verspreiden. Het zijn doorgaans uitvoerbare bestanden, bijvoorbeeld bestanden met de extensies .com, .exe of .dll. In dit soort bestanden is er een aanzienlijk risico dat kwaadaardige codes geactiveerd worden.


Installatie met een loginscript

Methode voor installatie op afstand van Kaspersky Lab-programma’s, zodat het starten van een externe installatietaak aan een individuele gebruikersaccount (of meerdere gebruikersaccounts) kan worden toegewezen. Registratie van een gebruiker in een domein leidt tot een poging om het programma op de clientcomputer te installeren waarop de gebruiker is geregistreerd. Deze methode wordt aanbevolen voor installatie van de programma’s op computers met het besturingssysteem Microsoft Windows 98 / Me.


Internetprotocol (IP)

Het basisprotocol voor het internet, dat al sinds de ontwikkeling in 1974 ongewijzigd wordt gebruikt. Het protocol voert basisbewerkingen uit bij het overdragen van gegevens tussen computers, en dient als grondslag voor protocols op hoger niveau, zoals TCP en UDP. Het protocol beheert de verbinding en foutverwerking. Dankzij technologieën als NAT en maskering kan een groot aantal privénetwerken worden verborgen met behulp van een klein aantal IP-adressen (of zelfs één adres), zodat op de vereisten van het continu groter wordende internet kan worden ingespeeld via de vrij beperkte IPv4-adresruimte.


Kaspersky Lab-updateservers

Een lijst met de HTTP- en FTP-servers van Kaspersky Lab waar het programma database- en module-updates naar uw computer downloadt.


Kaspersky Security Network

Kaspersky Security Network (KSN) is een infrastructuur van online services die toegang biedt tot de online Knowledge Base van Kaspersky Lab. Deze bevat inform
atie over de reputatie van bestanden, webbronnen en software. Het gebruik van gegevens uit het Kaspersky Security Network zorgt niet alleen voor een hogere responstijd van Kaspersky Internet Security bij de detectie van nieuwe typen bedreigingen, maar verbetert ook de prestaties van sommige beschermingscomponenten en herleidt het risico op valse positieven.


Lijst met geblokkeerde URL’s

Lijst met maskers en adressen van webbronnen, waarvoor toegang door het Kaspersky Lab-programma wordt geblokkeerd. De gebruiker maakt deze lijst met adressen tijdens configuratie van de programma-instellingen.


Lijst met geblokkeerde afzenders

(ook wel zwarte lijst met adressen genoemd)

De lijst met e-mailadressen waarvan de berichten door het Kaspersky Lab-programma moeten worden geblokkeerd, ongeacht hun inhoud.


Lijst met gecontroleerde webadressen

Lijst met maskers en adressen van webbronnen, die altijd worden gescand op kwaadaardige objecten door het Kaspersky Lab-programma.


Lijst met toegestane URL’s

Lijst met maskers en adressen van webbronnen, waarvoor toegang door het Kaspersky Lab-programma niet wordt geblokkeerd. De gebruiker maakt deze lijst met adressen tijdens configuratie van de programma-instellingen.


Lijst met toegestane afzenders

(ook wel witte lijst met adressen genaamd)

De lijst met e-mailadressen waarvan de berichten niet door het Kaspersky Lab-programma moeten worden gescand.


Lijst met vertrouwde URL’s

Lijst met maskers en adressen van webbronnen waarvan de gebruiker de inhoud vertrouwt. Het Kaspersky Lab-programma scant geen webpagina’s die overeenkomen met een lijstitem, op de aanwezigheid van kwaadaardige objecten.


Netwerkpoort

TCP- en UDP-parameter die de bestemming van gegevenspakketten in IP-indeling bepaalt die via een netwerk naar een host worden verzonden. De parameter stelt verschillende programma’s die op één host worden uitgevoerd, in staat om onafhankelijk van elkaar gegevens te ontvangen. Elk programma verwerkt gegevens die via een bepaalde poort worden ontvangen (dit wordt soms ook wel ‘luisteren’ naar die poort genoemd).

Sommige algemene netwerkprotocollen hebben meestal standaardpoortnummers. Webservers ontvangen HTTP-verzoeken bijvoorbeeld meestal op TCP-poort 80. Een programma kan echter meestal elk protocol op een willekeurige poort gebruiken. Mogelijke waarden: 1 tot 65535.


Notificatiesjabloon

Sjabloon die als basis wordt gebruikt om een melding te genereren van geïnfecteerde objecten die door de scan zijn gedetecteerd. De notificatiesjabloon bestaat uit een combinatie van instellingen die de notificatiemodus bepalen, evenals de verzendingsmethode en de tekst van de te verzenden berichten.


OLE-object

Een bijgevoegd object of een object dat in een ander bestand is ingebed. Met het Kaspersky Lab-programma kunt u OLE-objecten op virussen scannen. Als u bijvoorbeeld een Microsoft Excel-tabel invoegt in een Microsoft Word-document, wordt de tabel als OLE-object gescand.


Object verwijderen

Deze methode voor het verwerken van objecten resulteert in fysieke verwijdering uit hun oorspronkelijke locatie (vaste schijf, map, netwerkbron). We raden u aan deze methode te gebruiken voor gevaarlijke objecten die, om welke reden dan ook, niet gedesinfecteerd kunnen worden.


Objectdesinfectie

De methode die gebruikt wordt om geïnfecteerde objecten te verwerken, resulteert in volledig of gedeeltelijk gegevensherstel, of de beslissing dat objecten niet kunnen worden gedesinfecteerd. Objecten worden gedesinfecteerd met behulp van de databaserecords. Tijdens desinfectie kan een deel van de gegevens verloren gaan.


Objecten desinfecteren bij opnieuw starten

Een methode voor het verwerken van geïnfecteerde objecten die op het moment van desinfectie door andere programma’s worden gebruikt. De methode maakt een kopie van het geïnfecteerde object, desinfecteert de gemaakte kopie en vervangt het oorspronkelijk geïnfecteerde object met de gedesinfecteerde kopie wanneer het systeem opnieuw wordt gestart.


Objecten naar quarantaine verplaatsen

Een methode voor het verwerken van een potentieel geïnfecteerd object door toegang tot het bestand te blokkeren en het object van de oorspronkelijke locatie te verplaatsen naar de Quarantainemap. Hier wordt het object opgeslagen in versleutelde vorm, zodat het niet geïnfecteerd kan worden.


Obsceen bericht

E-mailbericht met aanstootgevende taal.


Onbekend virus

Een nieuw virus waarvoor geen informatie in de databases staat. Onbekende virussen worden meestal door het programma in het object gedetecteerd via de heuristische analyse. Deze objecten worden geclassificeerd als mogelijk geïnfecteerd.


Opstartobjecten

De reeks programma’s die nodig zijn om het besturingssysteem en de software die op uw computer is geïnstalleerd, te starten en goed uit te voeren. Deze objecten worden uitgevoerd wanneer het besturingssysteem wordt gestart. Bepaalde virussen kunnen specifiek deze objecten infecteren, waardoor uw toegang tot het besturingssysteem bijvoorbeeld wordt geblokkeerd.


Opstartvirus

Een virus dat de opstartsectoren van de vaste schijf van een computer besmet. Het virus dwingt het systeem om het virus tijdens het opstarten in het geheugen te laden en om beheer naar de viruscode te leiden in plaats van naar de oorspronkelijke opstartladercode.


Phishing

Soort internetfraude die bestaat uit het verzenden van e-mailberichten om zo vertrouwelijke informatie, zoals financiële gegevens, te stelen.


Potentieel geïnfecteerd object

Een object met aangepaste programmacode van een bekend virus, of met code die lijkt op de code van een virus, waarvoor Kaspersky Lab nog niet over details beschikt. Mogelijk geïnfecteerde bestanden worden gedetecteerd door middel van heuristische analyse.


Programma-instellingen

Programma-instellingen voor alle taaktypen die de werking van het programma in zijn geheel bepalen, zoals instellingen voor de programmaprestaties, rapportinstellingen, en instellingen voor back-upopslag.


Programmamodules

Bestanden in het Kaspersky Lab-installatiepakket dat verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de hoofdtaken. Elk taaktype van het programma (realtime beveiliging, scannen op aanvraag, updates) heeft een bepaalde uitvoerbare module. Wanneer u vanuit het hoofdvenster een volledige scan van uw computer uitvoert, start u de uitvoering van de module van deze taak.


Protocol

Duidelijk gedefinieerde en gestandaardiseerde reeks regels die de interactie tussen een client en een server bepaalt. Bekende protocollen en de hierbij horende services zijn HTTP (WWW), FTP en NNTP (nieuws).


Proxyserver

Computernetwerkservice die gebruikers toestaat indirecte verzoeken aan andere netwerkservices te doen. Een gebruiker brengt eerst een verbinding met een proxyserver tot stand en vraagt een bron (bijvoorbeeld een bestand) op een andere server o
p. Vervolgens maakt de proxyserver verbinding met de opgegeven server en haalt hier de bron op, of retourneert de bron uit zijn eigen cache (als de proxy over een eigen cache beschikt). Soms kan het verzoek van een gebruiker of de reactie van een server om bepaalde redenen door de proxyserver worden gewijzigd.


Quarantaine

Dit is een bepaalde map waarin alle mogelijk geïnfecteerde objecten worden geplaatst die tijdens scans of door realtime beveiliging gedetecteerd zijn.


Realtime beveiliging

De werkmodus van het programma waarin objecten in real time worden gescand op de aanwezigheid van kwaadaardige code.

Het programma onderschept alle pogingen om een object te openen (lezen, schrijven of uitvoeren) en scant het object op bedreigingen. Niet-geïnfecteerde objecten worden doorgegeven aan de gebruiker. Objecten met bedreigingen of vermoedelijke bedreigingen worden verwerkt in overeenstemming met de taakinstellingen (worden gedesinfecteerd, verwijderd of in quarantaine geplaatst).


SOCKS

Proxyserverprotocol dat een point-to-point-verbinding tussen computers toestaat in de interne en externe netwerken.


Schijfopstartsector

Een opstartsector is een bepaald gebied op de vaste schijf van de computer, een diskette of ander gegevensopslagapparaat. De sector bevat informatie over het bestandssysteem van de schijf, evenals een opstartladerprogramma dat verantwoordelijk is voor het starten van het besturingssysteem.

Een aantal virussen besmet opstartsectoren en worden daarom opstartvirussen genoemd. Met het Kaspersky Lab-programma kunt u opstartsectoren scannen op virussen en deze desinfecteren als er een infectie wordt aangetroffen.


Script

Een script is een klein computerprogramma of een onafhankelijk deel van een programma (functie) dat meestal wordt ontwikkeld om een specifieke kleine taak uit te voeren. Scripts worden vaak gebruikt in combinatie met programma’s die in hypertext zijn ingebed. Zo worden ze bijvoorbeeld uitgevoerd wanneer u een bepaalde website opent.

Als realtime bescherming is ingeschakeld, houdt het programma bij wanneer de scripts worden gestart en worden deze onderschept en op virussen gescand. Afhankelijk van de scanresultaten kunt u de uitvoering van een script toestaan of blokkeren.


Sleutelbestand

Bestand met de extensie KEY. Dit is uw persoonlijke sleutel die u nodig hebt om met het Kaspersky Lab-programma te kunnen werken. Er wordt een sleutelbestand bij het product geleverd als u het bij Kaspersky Lab-leveranciers aanschaft. Als u het product online koopt, wordt het sleutelbestand per e-mail naar u verzonden.


Spam

Ongevraagde massamailings, meestal met reclameberichten.


Subnetmasker

Het subnetmasker (ook wel netmasker) en netwerkadres bepalen de adressen van computers op een netwerk.


Taak

Functies die het Kaspersky Lab-programma uitvoert, worden geïmplementeerd als taken, bijvoorbeeld: Realtime-bestandsbeveiliging, Volledige computerscan, Database-update.


Taakinstellingen

Specifieke programma-instellingen voor elk taaktype.


Teller van virusuitbraken

Sjabloon die als basis wordt gebruikt om een melding van een bedreiging van een virusuitbraak te genereren. De teller van virusuitbraken bestaat uit een combinatie van instellingen die de drempelwaarde voor virusactiviteiten bepalen, de methode van verspreiding en de tekst die in te verzenden berichten moet worden gebruikt.


Uitzondering

Een uitzondering is een object dat is uitgesloten van een scan door het Kaspersky Lab-programma. U kunt bestanden met bepaalde indelingen van de scan uitsluiten, evenals een bepaald gebied (bijvoorbeeld een map of programma), programmaprocessen, of objecten op bedreigingstype, in overeenstemming met de classificatie in de virusencyclopedie. Aan elke taak kan een reeks uitzonderingen worden toegewezen.


Update

Het vervangen/toevoegen van nieuwe bestanden (databases of programmamodules) die op de Kaspersky Lab-updateservers zijn opgehaald.


Updatepakket

Bestandspakket om de software bij te werken. Het pakket wordt van het internet gedownload en op uw computer gedownload.


Vals alarm

Situatie waarbij het Kaspersky Lab-programma een niet-geïnfecteerd object als geïnfecteerd beschouwt omdat de code lijkt op de code van een virus.


Verdacht bericht

Bericht dat niet onomstotelijk als spam kan worden beschouwd, maar verdacht lijkt wanneer het wordt gescand (bijvoorbeeld bepaalde typen mailings en reclameberichten).


Verdacht object

Een object met aangepaste programmacode van een bekend virus, of met code die lijkt op de code van een virus, waarvoor Kaspersky Lab nog niet over details beschikt. Verdachte objecten worden gedetecteerd met heuristische analyse.


Verkeersscan

Een realtime scan die informatie van de nieuwste databaseversies gebruikt voor objecten die via alle protocollen (HTTP, FTP enzovoort) worden overgedragen.


Vertrouwd proces

Programmaproces waarvan de bestandsbewerkingen niet worden bewaakt door het Kaspersky Lab-programma in realtime-beveiligingsmodus. Met andere woorden: objecten die door het vertrouwde proces worden uitgevoerd, geopend of opgeslagen, worden niet gescand.


Virusuitbraak

Een reeks moedwillige pogingen om een computer met een virus te besmetten.


Zwarte lijst met sleutelbestanden

Een database met informatie over sleutelbestanden van Kaspersky Lab die op de zwarte lijst staan. De inhoud van de zwarte lijst wordt tegelijk met de databases bijgewerkt.

Internet Security arr WoordenlijstNaar boven

Woordenlijst